
Antonio Gramsci: marxist gekaapt door rechts
Deze bespreking van ‘Filosofie van de praxis’ van Antonio Gramsci, vertaald en samengesteld door Yvonne Scholten, schreef ik in januari 2025 voor Trouw.
De auteur
De marxistische filosoof Antonio Gramsci (1891-1937) was voorman van de Italiaanse communistische partij. Hij werd het tegenbeeld van Mussolini, die hem in 1921 nog ‘een gebochelde Sardijn met ongetwijfeld een goed stel hersens’ noemde. Vijf jaar later pakten Mussolini’s fascisten Gramsci op en veroordeelden hem tot twintig jaar gevangenisstraf. “We moeten ervoor zorgen dat dit stel hersens twintig jaar lang niet kan functioneren”, zou de aanklager hebben gezegd.
Dat mislukte. Want hoewel Gramsci fysiek werd gebroken, wist hij in de gevangenis jarenlang notitieboekjes vol te schrijven met filosofische en politieke gedachten. Een deel daarvan werd naar buiten gesmokkeld en uitgegeven als de Quaderni del carcere (’Schriften uit de gevangenis’). Daaruit werd weer een selectie gekozen, vertaald en ingeleid door Yvonne Scholten. Onlangs verscheen een heruitgave, onder de titel Filosofie van de praxis.
Filosofie van de praxis
Met ‘filosofie van de praxis’ bedoelt Gramsci het marxisme; soms in het algemeen, soms zijn eigen variant. Praxis betekent handelen, het actief veranderen van de wereld. Filosofie doet er pas toe als ze leidt tot handelingen en omgekeerd spreekt uit elke handeling wel een zekere filosofie.
Als de filosofie van de praxis de samenleving wil hervormen, moet ze niet alleen politici en machthebbers, maar ook het volk overtuigen. De geesten moeten worden gerijpt. Voorafgaand aan een politieke strijd, moet er daarom in het onderwijs, de wetenschap, kunsten en media een culturele strijd worden gevoerd. Pas dan kan een ideologie streven naar ‘hegemonie’: meer aanhangers hebben in een samenleving dan andere ideologieën. Hoe dit mechanisme werkt, is grofweg Gramsci’s onderwerp.
Kenmerkende zin
Bij Gramsci klinkt dat zo: ‘Het gaat er om [sic] een filosofie uit te werken die – omdat zij al verbreid is of verbreid kan worden omdat zij samenhangt met, impliciet is in de praktijk van het leven – een hernieuwd alledaags denken kan worden, maar dan met de coherentie en de kracht van de individuele filosofieën: dat kan niet gebeuren als de behoefte aan cultureel contact met de ‘eenvoudigen’ niet voortdurend aanwezig is.’
Redenen om dit boek niet te lezen
Het mag duidelijk zijn: we lezen hier fragmenten die niet zijn klaargemaakt voor een breed publiek. Gramsci hult zijn gedachten in een sluier van jargon en schuwt concrete voorbeelden. Zijn notities konden worden gelezen door de gevangenisbewaarders, dus enige voorzichtigheid was geboden. Zoals Scholten in haar inleiding bekent: je moet eerst een beetje kennismaken met Gramsci’s ideeën voor je je aan de notities zelf waagt.
Daarbij komt dat het marxisme tegenwoordig geen serieuze rol meer speelt. Veel passages in dit boek gaan over ontwikkelingen in het marxisme en zijn niet langer actueel. De vertaling en inleiding in deze heruitgave komen uit 1972 en zijn niet geactualiseerd. Het in 2019 verschenen Alle mensen zijn intellectuelen bevat deels dezelfde notities en is veel beter ingeleid en vertaald door Arthur Weststeijn.
Redenen om dit boek wel te lezen
Gramsci nam afscheid van het marxistische idee dat veranderingen in de samenleving economische wetmatigheden gehoorzamen. Volgens hem is ieders denken en handelen belangrijk. Iedereen houdt door wat hij doet wel een bepaald wereldbeeld in stand. Dat zet aan het denken: welke ideeën houden wij met ons eigen doen en laten in stand?
In zijn voorwoord (dat wél nieuw is) stipt Stijn Klarenbeek daarnaast aan dat Gramsci tegenwoordig populair is in onverwachte hoek. Nadat Gramsci in de jaren zestig een held was van Nieuw Links, wordt hij nu juist veel geciteerd door Nieuw Rechts. Kennelijk is er, eenmaal ontdaan van de communistische inhoud, veel van Gramsci te leren over de mechanismen van macht. Hij wordt wel gezien als een moderne Machiavelli – aan wie hij zelf aantekeningen wijdt.
De haatreacties tegen lhbti+’ers, de boekverbanningen in Florida, en de (mislukte) plannen van Forum voor Democratie om een eigen zuil met eigen scholen op te richten: je kunt ze zien als onderdeel van een lange cultuurstrijd, die deels is terug te voeren op het denken van Gramsci. Of zijn filosofie een serieuze oplossing biedt voor linkse politici valt zeer te betwijfelen. Maar om dat te beoordelen, moeten we Gramsci zelf lezen en daar zet dit handzame boek toe aan.
Lees ook:
• ‘Tegen totalitarisme’, mijn vertaling van George Orwell
• Mijn profiel van Leszek Kolakowski