Dillard

Tips voor schrijvers van Annie Dillard

Dillard geeft ook strengere adviezen: schrijf alsof je aan het sterven bent. Jeetje. Ik zou geen zin meer durven schrijven.

Tips voor schrijvers
van Annie Dillard

“Well,” the writer said, “I don’t know. . . . Do you like sentences?”
‘Tja,’ antwoordde de schrijver, ‘dat weet ik niet… Houd je van zinnen?’

Annie Dillard, vert. Henny Corver

Van Wittgenstein kwam ik bij Pessoa en via Pessoa bij Whitman. Ik was van plan dit draadje af te hechten, omdat wat ik schreef over Whitman eigenlijk niet over een zin ging. Maar nu viel mijn oog op een zinnetje over Whitman in een tekst waar ik het totaal niet verwachtte. Te toevallig om niks mee te doen. Plus ik heb een weggetje terug gevonden naar de oude koers. 

(Is dat sowieso niet het leukste wat er is, dat je van de ene tekst onverwacht in de andere valt? Op internet kan je vallen in een rabbit hole – uren doorklikken van het ene naar het andere YouTube-filmpje over een specifiek onderwerp – zo kan je natuurlijk ook van het ene boek in het andere tuimelen.)  

Het zinnetje over Whitman werd in mei 1989 geschreven door Annie Dillard: ‘Recently scholars learned that Walt Whitman rarely left his room’, ‘Onderzoekers hebben onlangs ontdekt dat Walt Whitman zelden zijn kamer verliet.’ Op zich geen spectaculaire zin, behalve als je weet dat Whitman een dichter was die de open velden en de ongerepte natuur bezong. Dat nou juist zo’n dichter voortdurend binnen in zijn kamertje bleef, is op z’n minst opmerkelijk.

Aura of ambacht

Dillard gebruikte dit zinnetje in een essay met meerdere adviezen aan aspirant-schrijvers, ‘Write Till You Drop’ uit 1989. De zin over Whitman past in een alinea waarin ze dat contrast juist aanbeveelt: schrijf in de zomer over de winter. Schrijf over Noorwegen vanaf je schrijftafeltje in Italië (zoals Ibsen); schrijf over Dublin vanuit Parijs (zoals James Joyce); schrijf over de vrije natuur vanuit je zolderkamertje, zoals Whitman. Waarom precies, dat schrijft Dillard er niet bij. Maar het loopt nu tegen het eind van de winter en ik verlang intussen behoorlijk naar de zomer, misschien dat dat er iets mee te maken heeft.

Er zitten ook wat strengere, hardere adviezen bij: schrijf alsof je aan het sterven bent en alsof je schrijft voor terminale patiënten. Jeetje. Ik zou geen zin meer durven schrijven. Stel je voor dat ‘Jeetje.’ de laatste zin is die je hebt kunnen schrijven…

Schrijven is een Serieuze Zaak. Zoveel is duidelijk. Maar misschien slaat Dillard die vermanende toon wel vooral aan omdat ze zich nadrukkelijk richt tot een 20-jarige student en een 21-jarige dichter. Die twee lijken meer te houden van het aura van het auteurschap dan van het ambacht. Twee jongens die volgens haar liever de rol van schrijver spelen of spelen dat ze schrijver zijn dan dat ze daadwerkelijk graag schrijven.

Houd je van zinnen?

De student brengt Dillard naar voren in een korte anekdote, als hij ‘een bekende’ schrijver vraagt of die denkt dat hij schrijver zou kunnen worden. Dillard verzwijgt om welke bekende schrijver het gaat en in welke omstandigheid de vraag wordt gesteld. Maar ze schrijft dat het gaat om een student aan een universiteit. Het zou dus zomaar na een college van die bekende schrijver kunnen zijn geweest. Dillard werd zelf halverwege de jaren zeventig bekend schrijver met Pilgrim at Tinker Creek en doceerde daarna in de jaren tachtig aan een universiteit. In de tijd dus dat ze dit essay schreef. Zou ze het zelf zijn?

Nu komen we bij onze zin, want de bekende schrijver antwoordt de student:

‘Tja,’ antwoordde de schrijver, ‘dat weet ik niet… Houd je van zinnen?’

Dat vind ik nou leuk. Als je schrijver wil worden, moet je van zinnen houden. Zoals een schilder van (de geur van) verf moet houden, voegt Dillard eraan toe.

De wedervraag van de schrijver contrasteert ook mooi met de vermanende, serieuze toon die we net zagen – terwijl het evengoed een soort motivatietest is van de schrijver in spe. Houd je van zinnen, dan zou het zomaar wat kunnen worden met je schrijversambities. 

Het is ook een mooi zinnetje omdat het misschien wel de aanleiding is geweest voor het hele essay. Ik stel me voor dat bekende schrijvers voortdurend dit soort vragen moeten aanhoren. Hoe begin je met schrijven? Waarom schrijf je over dit of dat? Hoe is het om schrijver te zijn? Heb je nog een goed advies voor jonge schrijvers? Dillard beantwoordt ze in dit essay allemaal, bondig en stellig.

Maar in dit zinnetje zie je ook een klein beetje twijfel doorschemeren. Bekende schrijvers zijn in de eerste plaats schrijvers niet schrijfcoaches, zou ik zeggen. Vandaar misschien die ‘tja’ en ‘dat weet ik niet’.

Houd je van puntjes?

Nu is er nog één element in de zin waar ik een punt van wil maken. Misschien wel het onbenulligste: die puntjes. Dillard gebruikt hier het beletselteken (die drie puntjes) voor het aangeven van een weglating, onderbreking of, zoals in dit geval, een pauze. De schrijver denkt even na. Gedachtepuntjes dus. 

Alleen bij Dillard staan er in het origineel niet de gebruikelijke drie puntjes… maar vier! Hoe zit dat? Een ellipsis (beletselteken in het Engels) gebruik je in het Engels ook voor een weglating (dat betekent ellipsis letterlijk) of een pauze. En ook in het Engels doe je dat in beginsel met drie puntjes. 

Óf we hebben hier te maken met een punt en een beletselteken óf een beletselteken van vier puntjes. In het eerste geval: welke punt is het einde van de zin? Valt het beletselteken erbuiten? Dan lijkt de uitspraak stelliger: I don’t know – punt – even denken; wat zal ik nu eens zeggen – Do you like sentences? Valt het erbinnen dan lijkt het minder stellig: I don’t know – even denken; nee, ik weet het echt niet – punt – Do you like sentences? 

Een beletselteken met vier puntjes zou volgens sommige stijlgidsen niet zozeer wijzen op een pauze, maar op het weglaten van meerdere zinnen. Dat zou ook nog kunnen: I don’t know. I haven’t read anything you wrote yet. Have you been following my lectures? Do you like Whitman’s poetry? Do you like to read literature? Do you like sentences? Zoiets. Helemaal zeker zullen we het waarschijnlijk nooit weten…


De overvloed – Annie Dillard, vertaald door Henny Corver, Atlas Contact 2020.
Write Till You Drop – Annie Dillard, NY Times, mei 1989.
• Afbeelding: Jean-Louis-Ernest Meissonier – Een schilder en Jonge man die schrijft.

Lees ook: