Subliem

Hoe schijf je subliem? Burke en Milton

Hoe schrijf je subliem? Edmund Burke toont het aan de hand van een angstaanjagend citaat uit Paradise Lost van John Milton.

Hoe schrijf je subliem?
Burke en Milton

The other shape,
If shape it might be called that shape had none
Distinguishable, in  member, joint, or limb;
Or substance might be called that shadow seemed,
For each seemed either; black it stood as night;
Fierce as ten furies; terrible as hell;
And shook a dreadful dart.

De andere vorm
(Als dat nog vorm mocht heten waaraan geen
Gewricht of lid te zien was, of als wat
Een schaduw leek materie heten mocht,
Want dit leek beide) was zwart als de Nacht,
Wreed als tien Furies, als de hel onguur,
Een schicht wreed drillend; wat het hoofd moest zijn,
Droeg een soort vorstenkroon.

Milton, vert. Peter Verstegen

Een jongetje en een meisje zitten verveeld op de achterbank in het donker, terwijl de regen neerklettert op de ruiten van de auto, die net onverwacht tot stilstand is gekomen. Dan klinkt een diep, dreunend geluid van iets zwaars dat dichterbij komt. Doem… doem… doem… Het jongetje kijkt naar de met water gevulde bekertjes op het dashboard van auto, en met iedere dreun ziet hij kringetjes in het water. 

Dit gaat natuurlijk over de iconische T-Rex-scène in Jurassic Park. Een van de engste filmscènes die ik me kan herinneren. En nog steeds eigenlijk best wel eng en toch leuk om naar te kijken. Precies die ervaring – eng en toch leuk – is wat Edmund Burke verstond onder het ‘sublieme’. We zien en horen allerlei angstaanjagende dingen, maar omdat we veilig op de bank zitten en niet écht bedreigd worden, kunnen we er toch plezier uit putten.

Veiligheid is bij een boek, film of kunstwerk doorgaans wel gegarandeerd, maar hoe zorg je er dan voor dat iemand ook angst voelt? In zijn Enquiry (waar ik vorige keer over schreef) onderzoekt Edmund Burke hoe het sublieme precies werkt. Hoe jaag je iemand de stuipen op het lijf?

Bezig met verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Bliksem en donder

We blijven nog even bij Jurassic Park, omdat het zo’n goed voorbeeld is. Het waterbekertje in de T-Rex-scène is natuurlijk een briljante vondst van de filmmakers, een beeld dat je bijblijft. Maar ook in de rest van de scène zijn trucs gebruikt om vrees op te wekken, trucs die al eeuwenlang in de literatuur gebruikt worden.

Intussen is het een cliché in horrorfilms: in een enge scène hoort het natuurlijk donker te zijn, liefst met regen en onweer. Angstaanjagend op zich, plus we zien niet goed wat er gebeurt en we schrikken van de bliksemflitsen en donderslagen. Het is geen toeval dat er precies op het moment dat het bliksemt en dondert een bloederig stuk geit op de auto valt en dat even later de T-Rex verschijnt onder begeleiding van flitsen en gerommel.  

Dieren en geluiden

De T-Rex op zich zou Burke ook aanmerken als iets subliems. Het is een sterk, krachtig dier. Zelf geeft Burke het voorbeeld van de os en de stier. Een os is enorm sterk, maar ook ‘een onschuldig schepsel, uitermate gedwee, en volstrekt niet gevaarlijk’, terwijl de stier ook sterk is, maar zijn kracht is verwoestend. Dat maakt de stier – en de T-Rex – subliem en een os niet.

Tot slot werken ook de geluiden in de scène een sublieme ervaring in de hand. Het omineuze gestamp dat de T-Rex aankondigt is onrealistisch en puur voor de show. Burke schrijft dat een ‘laag, trillend, onderbroken geluid’, het liefst onbestemd, subliem kan zijn. Daarnaast zijn geluiden van ‘dieren die pijn lijden of in gevaar zijn’ en ‘het kwaadaardig brullen van wilde dieren’ in staat ‘een grote en ontzagwekkende gewaarwording teweeg te brengen’. Daar voldoet de T-Rex perfect aan. (De geluiden van de T-Rex zijn trouwens samengesteld uit vallende bomen, een leeuw, een aligator, een walvis en een baby olifant – niet realistisch, wel effectief.)

Subliem schrijven

Burkes invulling van het sublieme was nieuw. Bij Longinus en Boileau was het sublieme eerder een overtreffende trap van ‘mooi’, van overweldigende schoonheid. Zo gebruiken we het woord ‘subliem’ nog steeds wel. Maar voor Burke was het sublieme een tegenpool van schoonheid. Schoonheid was gebaseerd op genoegen, positief plezier (Pleasure) en daartegenover stond pijn. Maar ook uit pijn kon je volgens Burke een soort genot (Delight) putten, namelijk door het sublieme. Het sublieme is iets pijnlijks – de angst en schrik die we direct ervaren – maar toch levert het genot op, zodra we ervaren dat we niet echt in gevaar zijn. 

Ook nieuw was dat Burke het begrip van het sublieme toepaste op architectuur – denk aan de overweldigende ervaring van een grote, donkere tempel of kathedraal – en op schilderkunst – denk aan schilderijen van enorme bergen en woeste stormen. 

Oorspronkelijk was het sublieme echter een term die betrekking had op schrijfstijl. En ook Burke levert voornamelijk voorbeelden uit de literatuur, vooral uit Homerus, de Bijbel, Vergilius en Milton. We weten nu hoe je een sublieme filmscène maakt, maar hoe gaat dat in literatuur?

Miltons Dood

Misschien wel het meest angstaanjagend is het idee van onze eigen dood. Niet verwonderlijk dus dat Burke een beschrijving van de Dood als voorbeeld aandraagt voor het sublieme in literatuur. Dat is onze zin. Hij is afkomstig uit Paradise Lost van John Milton. Niemand verstond het geheim van het versterken van vreeswekkende dingen als Milton.

Zonder enters gaat onze zin zo:

The other shape, if shape it might be called that shape had none distinguishable, in member, joint, or limb; or substance might be called that shadow seemed, for each seemed either; black it [he] stood as night; fierce as ten furies; terrible as hell; and shook a dreadful [deadly] dart; what seemed his head the likeness of a kingly crown had on.

De andere vorm (als dat nog vorm mocht heten waaraan geen gewricht of lid te zien was, of als wat een schaduw leek materie heten mocht, want dit leek beide) was zwart als de Nacht, wreed als tien Furies, als de hel onguur, een schicht wreed drillend; wat het hoofd moest zijn, droeg een soort vorstenkroon.

De ‘he’ en ‘deadly’ tussen haakjes zijn foutjes van Burke: in het origineel van Milton staat er ‘it’ en ‘dreadful’. Maar het effect en zelfs de alliteratie met ‘dart’ blijft overeind. In deze beschrijving is volgens Burke ‘alles duister, onbepaald, verward, schrikwekkend, en in de hoogste graad subliem.’ 

Duisternis

Het gaat hem vooral om dat eerste, duisternis, want dit voorbeeld geeft hij in paragraaf II.3, Obscurity. Duisternis werkt volgens Burke het sublieme in de hand doordat we in het donker niet de volle omvang van het gevaar kunnen zien en inschatten. Spoken, geesten en in dit geval de Dood zijn des te vreeswekkender doordat we ze niet goed kunnen zien. 

De helft van Miltons zin staat in het teken van de vormeloosheid en onvastheid van de Dood. De verteller lijkt moeite te hebben de figuur in woorden te vangen, hij spreekt nadrukkelijk zijn twijfels uit over hoe hij dat wat hij ziet moet noemen. 

Dan volgen drie gelijkenissen: zo zwart als de Nacht (in Griekse mythen de moeder van de Furies), wreed als tien Furies (dat zijn wraakgodinnen), zo onguur als de hel (waar deze scène zich afspeelt). Die dienen natuurlijk ook het vreeswekkende effect. Als klap op de vuurpijl krijgen we ook nog een angstaanjagende schicht. Tot slot volgt een passage waarin de Dood met Satan – twee even krachtige reuzenstrijders – met elkaar in gevecht raken; een scène vol razernij, woede, onweerswolken, windstoten, etcetera, enzovoorts, kortom, een sublieme scène.


A Philosophical Enquiry into the Origin of our Ideas of the Sublime and Beautiful – Edmund Burke, Oxford University Press, 1990/2008.
Een filosofisch onderzoek naar de oorsprong van onze denkbeelden over het sublieme en het schone – Edmund Burke, vertaald door Wessel Krul, Historische Uitgeverij, 2004/2018.
Paradise Lost – John Milton, Oxford World’s Classics, 2008.
Het paradijs verloren – John Milton, vertaald door Peter Verstegen, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2019.
• Afbeelding: Death on a Pale Horse van J.M.W. Turner.

Lees ook: