Strepen in boeken

Mag je strepen in boeken?

‘Ik wil kunnen zien dat het jóúw boek is.’

Tekendocent Joke

Tijd om vals te spelen. Dit keer bespreek ik (niet echt) een zin, maar een leesgewoonte. Een leesgewoonte die blijkbaar allerlei emoties losmaakt en waar iedereen wat van vindt. 

De aanleiding is dat deze week bij mij een boek van Diderot werd bezorgd, een deeltje uit de luxueuze Franse reeks ‘La bibliothèque de la Pléiade’. Die Pléiade-deeltjes zijn klassieke teksten, mooi gebonden, met een leren omslag, vaak nog een beschermende plastic kaft eromheen en soms zelfs een cassette. Met zorg uitgegeven dus én vaak tweedehands nog in goede staat.

Maar toen ik wat zat te bladeren en de dundruk bladzijdes voorzichtig omsloeg, zag ik dat een voorganger flink had zitten strepen in dit boek. Met dikke, rommelige potloodstrepen. En zelfs met een vlekkerige balpen, al waren die strepen netjes langs een lineaaltje of boekenlegger getrokken. Maar met een balpen… Dat voelde toch een beetje alsof ik een gedragen onderbroek had ontvangen. 

Wat doe je met zulke frustratie? Op naar Twitter!

Lijfstraf of gebruiksvoorwerp?

Wat vinden we van mensen die met een balpen in boeken strepen? Zoals wel vaker, bleken er twee kampen te zijn. Plus natuurlijk dat gebruikelijke clubje verhevenen die elk oordeel hierover überhaupt belachelijk vonden.

Het ene kamp: schande! misdaad! doodzonde! Bijbehorende oplossingen: cancellen, celstraf, lijfstraf of het meer in met een gewicht aan de voeten. Over het gebruik van een lineaaltje of boekenlegger lopen de meningen in dit kamp uiteen. Penstrepen zijn nog verwerpelijker dan potloodstrepen.

Het andere kamp: prima! doe ik ook! zet je naam er dan ook bij! Umberto Eco en Stephen Fry moedigen het aan. Zelfs strepen met zo’n felgele marker zijn prima. Sommige boeken worden zelfs in stukken gesneden of gescheurd, om gewicht te sparen op reis. Uitgangspunt is dat een boek een gereedschap of op z’n minst een gebruiksvoorwerp is.

De streper: de ander

Zelf voel ik voor beide kampen. In mijn Diderot-boek had ik die strepen en vlekken toch liever niet gezien. Nog los van de esthetische overweging: het gaat mij afleiden bij het lezen. Al zou het natuurlijk kunnen dat die streper veel meer van de tekst begrijpt dan ik. Dan zou ik er mijn voordeel mee kunnen doen. Maar toch: dat anderen in boeken strepen, dat vind ik meestal maar niks als ik ze zelf nog wil lezen.

Uitzonderingen daargelaten. Marginalia in historische werken vind ik prachtig. Toen ik voor mijn vertaling van De stralende wereld van Margaret Cavendish in de Leidsche universiteitsbibliotheek een kijkje nam in een 17e-eeuwse uitgave, vond ik daarin handgeschreven correcties en zelfs een vingerafdruk van Cavendish zelf. Met inkt. Geweldig!

Zelf strepen

Zélf strepen trekken in mijn eigen boeken, ja dat is ook weer een heel ander verhaal. Ik zou haast zeggen: als je niet hebt gestreept en gekrabbeld, heb je een boek niet echt gelezen. Twitteraars die het hiermee eens zijn, noemen grappig genoeg vaak iemand van wie ze dat hebben geleerd. 

Voor mij was die leraar tekendocent Joke op mijn middelbare school. Zij moedigde ons aan het eindexamencahier goed toe te takelen. Streep, maak (aan)tekeningen, stop er plakkertjes in; maakt niet uit hoe, maar verhoud je tot de tekst, maak hem je eigen, denk er zelf over na. Aan het eind van de periode mag hij er niet meer nieuw uitzien. ‘Ik wil kunnen zien dat het jóúw boek is.’ Het idee erachter is vast dat je daardoor actiever leest en waarschijnlijk ook beter leest en leert.

Persoonlijke voorkeuren

Elke lezer heeft daarbij zijn eigen voorkeuren en maniertjes. Zo streep ik zelf graag met potlood, want dan kun je altijd nog iets weghalen dat later toch niet klopte of belangrijk bleek. En omdat ik vaak lees in de trein, ben ik eraan gewend om mijn strepen te trekken langs een boekenlegger: ik wil een simpele streep, geen seismograaf. (Dus niet denken dat ik een psychopaat of seriemoordenaar ben a.u.b.) 

Ik heb wel m’n eigen symbooltjes voor in de kantlijn, maar ben nog best een brave streper. Mocht een ander mijn boeken na mij lezen, dan kan hij in principe al die streepjes en symbooltjes uitgummen. Het is misschien een illusie te denken dat iemand ooit daadwerkelijk die moeite gaat nemen, maar het idee helpt me minder terughoudend te zijn met krabbelen. Zo zadel ik niemand ongevraagd op met mijn persoonlijke voorkeuren.

In mijn Pléiade-editie van Diderot zitten trouwens ook twee leeslinten. Die verraden soms ook een voorkeur van de vorige lezer. Maar dan veel subtieler, want ik hoef maar een lintje te verplaatsen of die persoonlijke touch is voor eeuwig weg. Het tweede leeslint zit nu bij het begin van Sur les femmes en dat verhaal begint met de volgende woorden ‘J’aime Thomas’ – ik houd van Thomas. Vorige lezer: alles vergeven.


De bewuste tweet en alle reacties erop.
• Meer over van De stralende wereld van Margaret Cavendish en specifiek over mijn vertaling van deze wonderlijke utopie.

Lees ook: