
Hoe prijs je iemand de hemel in?
Burke en de Bijbel
‘He was as the morning star in the midst of a cloud, and as the moon at the full: as the sun shining upon the temple of the Most High, and as the rainbow giving light in the bright clouds: and as the flower of roses in the spring of the year; as lillies by the rivers of waters, and as the frankincense tree in summer; as fire and incense in the censer; and as a vessel of gold set with precious stones; as a fair olive tree budding forth fruit, and as a cypress which groweth up to the cloud.’
Ecclesiasticus 50:5-10
Vorige keer keken we naar de donkere, duistere kant van het sublieme. Dat een T-Rex in een onweersbui angstaanjagend is, snappen we meteen. Door Burke weten we nu bovendien hoe je een angstaanjagende scène filmt of schrijft. Maar hoe schrijf je iets subliems als je personage toevallig geen roofzuchtige dinosaurus of de Dood is?
Niet al het ontzagwekkende is donker en duister. Ook lichte, stralende, rijke verschijnselen kunnen een sublieme ervaring opleveren. En ook dat laat Edmund Burke in zijn Enquiry zien aan de hand van een goed citaat, dit keer een aantal verzen uit de Bijbel.
Jezus Sirach
De zin die Burke citeert, is een beschrijving uit het Bijbelboek Wijsheid van Jezus Sirach, een van de lofzangen op de voorvaders. De ‘hij’ in de zin is Simon, zoon van Onias en hogepriester. In de nieuwste Nederlandse Bijbelvertaling lezen we dit:
‘Dan was hij als de morgenster tussen de wolken, als de volle maan op een feestdag, als de zon die op de tempel van de Allerhoogste straalt, als de regenboog die de wolken glans geeft, als een roos in de lente, als een lelie bij de waterbron, als een jonge twijg van de Libanon in de zomer, als de brandende wierook op een vuurbak, als een vaas van massief, gehamerd goud, versierd met allerlei kostbare stenen, als een olijfboom vol vruchten, als een cipres die zich tot in de wolken verheft.’
NBV21 Sirach 50:5-10
Dit beeld lijkt in niets op de T-Rex-scène in Jurassic Park en heeft ook weinig weg van Miltons beschrijving van de Dood. Waarom is deze beschrijving volgens Burke dan toch een uitstekend voorbeeld van het sublieme? Wat is er subliem aan?
Sterrenpracht
Burke geeft dit voorbeeld in deel twee, paragraaf dertien, getiteld ‘Magnificence’. Wessel Krul gebruikt in zijn Nederlandse vertaling van de Enquiry voor ‘magnificence’ twee woorden: ‘pracht’ en ‘luister’. Sommige dingen kunnen dus subliem zijn door hun pracht of luister.
Een grandioos voorbeeld daarvan is volgens Burke de sterrenhemel. Als we naar de sterrenhemel kijken, worden we overweldigd door de grootsheid daarvan. Dat komt volgens Burke doordat er zo veel sterren zijn – op het oog oneindig veel – en doordat ze nogal chaotisch verspreid lijken te zijn. Het lukt ons niet de sterren stuk voor stuk tegelijkertijd waar te nemen en daardoor raakt onze geest in verwarring. De overbelasting van onze zintuigen en verwarring van de geest is de sublieme ervaring die we op zo’n moment hebben.
Overdaad, pracht, luister, verwarring: dat zijn effecten die we ook kunstmatig kunnen opwekken. Volgens Burke moeten we daar wel zorgvuldig en spaarzaam mee omgaan, anders krijg je misschien wel chaos en verwarring, maar dan zonder pracht en luister. Burke noemt ‘bepaalde vormen van vuurwerk’ als goed voorbeeld van iets kunstmatigs dat het sublieme op deze manier opwekt.
Literair vuurwerk
De zin uit Sirach werkt op soortgelijke wijze als de sterrenhemel en vuurwerk. De beschrijving van Simon is volgens Burke subliem door de rijkdom aan beelden.
Wanneer Simon uit de tempel komt – want dat gebeurt in het vers direct voor onze zin – straalt hij uitzonderlijk. We krijgen maar liefst elf gelijkenissen gepresenteerd. Zijn stralen wordt vergeleken met de morgenster, de zon, de maan, een regenboog, een roos, een lelie, een twijg, wierook, een vaas, een olijfboom en een cypres.
Dingen die aan de hemel verschijnen, bloemen, dingen die (denk ik) bij de tempel horen, en bomen. Het zijn beelden die je wel kunt verwachten in een tekst uit het Midden-Oosten van de tweede eeuw voor onze jaartelling, maar zit er verder een logische eenheid in? Kunnen al die dingen letterlijk stralen? Waarom precies déze beelden? Kijk, daar heb je die verwarring al die het sublieme in de hand werkt.
En dan heb ik het nog niet eens over al die nadere bepalingen: we gaan van wolken naar een feestdag, naar de tempel van de Allerhoogste, dan weer wolken, de lente, een waterbron, de zomer, een vuurbak, dan massief goud met kostbare edelstenen en tot slot weer wolken. Inderdaad een overweldigende hoeveelheid verschillende beelden.
De olijven doen me trouwens denken aan de zin van Ovidius die we eerder bespraken. Ook een opsomming van eenvoudige dingen, die toch ook indrukwekkend moest zijn. Maar Ovidius’ zin is niet subliem, want het is een heel overzichtelijk opsomming van voedsel. Misschien dat de zin van Woolf met de regenboog, het graniet en de bruidsjurk van koningin Alexandra wel als sublieme zin aangemerkt kan worden. Propvol beelden in elk geval.
• A Philosophical Enquiry into the Origin of our Ideas of the Sublime and Beautiful – Edmund Burke, Oxford UP, 1990/2008.
• Een filosofisch onderzoek naar de oorsprong van onze denkbeelden over het sublieme en het schone – Edmund Burke, vertaald door Wessel Krul, Historische Uitgeverij, 2004/2018.
• De Bijbel / NBV21, Querido, 2022.
• Afbeelding: Hohepriesters Jesus Sirach van Jörg Breu.