Freuchen

Peter Freuchen: schrijven als een zeebonk

Schrijven als een zeebonk:
Peter Freuchen

‘Onmiddellijk daarop wordt de vredige, rustige grot veranderd in een rumoerig krankzinnigengesticht – het gebrul van de mannetjes klinkt op in donkere golven van geluid.’

– Peter Freuchen, vert. H.P. van den Aardweg en F.E. Breitenstein.

Peter Freuchen (1886-1957) was een Deense avonturier en ontdekkingsreiziger. Hij nam deel aan expedities naar Groenland, Noord-Canada, Alaska en Siberië, ontsnapte uit een ijsgrot door zijn eigen uitwerpselen te gebruiken en moest zijn voet amputeren om te overleven. Daarna schreef hij boeken, krantenartikelen en een toneelstuk, acteerde hij in een film, en hield hij lezingen over zijn reizen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog streed hij voor de sociaaldemocratie en tegen de nazi’s, en ontvluchtte hij de Deense bezetting in een houten kist. In Amerika won hij ooit 64.000 dollar in een tv-quiz – het onderwerp was ‘de zeven zeeën’.

Kortom, iemand die met recht aanspraak kon maken op de bijnamen ‘de zwervende viking’ en ‘de interessantste man op aarde’. Kijk nou naar deze foto van hem en zijn vrouw Dagmar. Echt een beeld dat tot de verbeelding spreekt van iemand die vroeger ontdekkingsreiziger wilde worden. En zo iemand ben ik.

Spannende verhalen

Een paar jaar geleden kocht ik een van Freuchens boeken, Peter Freuchen’s Boek van de Zeven Zeeën, in 1959 vertaald door H.P. van den Aardweg en F.E. Breitenstein. Ik hoopte de spannende avonturen uit zijn levensschets in even spannende verhalen terug te lezen. 

Om het vuistdikke boek dat met de post kwam, zit nog een gehavende stofomslag met daarop een foto van Freuchen die (met zijn jaloersmakende witte, wollen trui en zijn even jaloersmakende witgrijze baard) als een soort kapitein Iglo over een enorme globe hangt. De bladzijdes zijn van mooi dik papier, en de letters en kleine illustraties zijn kraakhelder gedrukt. So far, so good. 

Al snel bleek dat dit geen verslag is van bloedstollende expedities, geen heldenverhaal met beproevingen. Eerder een soort encyclopedie met feitjes over verschillende typen golven, zeedieren en schepen, inclusief nauwkeurige beschrijvingen van lengte, breedte, hoogte en diepgang. Non-fictie, geen meeslepende vertelling.

Maar erger nog was de schrijfstijl. Allerhande feiten opgediend op quasi-poëtische, persoonlijke toon. Neem dit stukje uit het begin:

‘Iedereen gevoelt zich zwak en onmachtig wanneer hij de kracht der zeeën aanschouwt. […] Wij weten veel meer van de zee af dan die oude volken, maar wij staan nog altijd aan de kusten, deemoedig in onze onwetendheid, als wij de golven van een onstuimige oceaan zien aanrollen.’ 

Ugh. Was dit nu die stoere avonturier die nota bene journalist en schrijver werd? Freuchens boek belandde gauw onderin de kast. En dat was een vergissing.

Een zeebonk vertelt

Toen ik laatst het stof van het boek afblies en er wat in zat te bladeren, bleek er toch wat te genieten. Niet dat al die afmetingen van schepen me nu ineens wel intereseren, maar die schrijfstijl wel. Want is dit niet precies wat je verwacht van zo’n oude zeebonk?

Hier schrijft iemand die weliswaar de barste omstandigheden heeft overleefd, maar ook iemand die enorm zit te keuvelen. Een man van zeventig die de raarste dingen heeft meegemaakt en ervoor is gaan zitten dat naar hartelust op papier te zetten. Het Boek van de zeven zeeën is zijn laatste boek: sterker nog, drie dagen nadat hij het voorwoord voltooide, overleed Freuchen.

Er spreekt rust uit de tekst. Het tempo ligt laag. Freuchen vertelt een beetje als een opa aan zijn kleinzoon: hij legt uit hoe de wereld en het hele zeegebeuren werkt, tot in de kleinste details, met zekerheid, autoriteit en af en toe een verhaaltje of eigenaardigheid. 

De Geschilderde Grot

Die quasi-poëtische toon kan ik nog steeds niet serieus nemen, maar ik kan er nu wel van genieten. Freuchen vertelt met plezier en probeert het vaak net wat mooier te vertellen dan nodig is. En hij heeft zo zijn stokpaardjes. 

Bijvoorbeeld zijn favoriete grot:

‘De grotten verschaffen een geheimzinnig en wonderbaarlijk vertoon van de werking van de zee. Een van de grootste en door mij meest geliefde grotten – hoewel zij voor de toeristen niet die attractie is, welke zij verdient te zijn – is aan de noordkust van het eiland Santa Cruz.’

Zo gaat hij nog een alinea door over deze ‘Cueva Pintada of Geschilderde Grot’, ‘ontdekt in het jaar 1542 door een koene spaanse zeevaarder, Juan Rodriquez Cabillo’ enzovoort en zo verder. Maar dát hij een favoriete grot heeft… En toegegeven, het is een wonderlijke grot, als we de plaatjes op internet moeten geloven.

Zeeleeuwenseks in Californië

Freuchen vermeldt ook dat ‘de mensen deze grot niet zo goed kennen als zij behoren te doen’ door de vele zeeleeuwen die er bivakkeren.

Verderop in het boek komt Freuchen daarop terug, in het hoofdstukje ‘Hofmakerij in de zee’ – een titel precies in de brave, beheerste maar toch ook enthousiaste stijl van Freuchen. En let op wat hij dan schrijft over zeeleeuwen:

‘Zeeleeuwen zijn werkelijk typische dieren. […] Een van hun geliefkoosde paaigronden is de donkere, inwendige kamer van de Geschilderde Grot in Californië. Elke lente komen honderden mannelijke zeeleeuwen in deze kamer – die in de andere jaargetijden alleen bezocht worden door menselijke toeristen – en elk van hen zoekt voor zichzelf een speciale plaats. Daar blijven zij liggen tot de vrouwtjes komen. Onmiddellijk daarop wordt de vredige, rustige grot veranderd in een rumoerig krankzinnigengesticht – het gebrul van de mannetjes klinkt op in donkere golven van geluid.’ 

Weer datzelfde knipoogje over toeristen, waaruit zijn enthousiasme voor die wonderlijke grotten klinkt.  

En daar is dan onze zin. ‘De vrede wordt verstoord’: ik denk dat er geen natuurdocumentaire te vinden is waarin er niet op enige moment een vrede wordt verstoord. Typisch trucje om een beetje spanning in het natuurgedoe te krijgen. De rust verandert in rumoer; de grot verandert in een krankzinnigengesticht. 

In de tweede helft van de zin lezen we wat er echt aan de hand is: de mannetjes brullen. In feite zouden die drie woordjes volstaan als beschrijving. Maar in deze zin begint Freuchen weer poëtisch te worden, dus klinkt het gebrul op in ‘donkere golven van geluid’. Eerlijk gezegd vind ik dat niet eens zo’n lelijke beeldspraak. Beter dan die van het krankzinnigengesticht die niet alleen een beetje afgezaagd is, maar sowieso dubieus. En ‘donkere golven’, dat is helemaal niet zo gek als het om een grot in zee gaat. 

Hoe meer ik erin lees, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat de aanprijzing op de flap ergens toch wel klopt: ‘Als resultaat van vele jaren van navorsing en onderzoekingen is dit waarlijk een schitterend boek!’


Boek van de zeven zeeën – Peter Freuchen en David Loth, vertaald door H.P. van den Aardweg en F.E. Bretenstein, A.J.G. Strengholt, 1959.
• Peter Freuchen in de quiz The $64,000 Question (video).

Lees ook: