Het hart van de gravin

Het hart van de gravin

‘Het hart dat de gravin op zestienjarige leeftijd had bezeten, begon weer te kloppen door wat deze verrukkelijke, nergens ter wereld geëvenaarde plekken tegen haar zeiden.’

Le langage de ces lieux ravissants, et qui n’ont point de pareils au monde, rendit à la comtesse son cœur de seize ans.

Toen ik deze zin las in de trein naar huis, maakte mijn hart een sprongetje. Ik moet me inhouden om in deze reeks niet meteen al in de eerste post vals te spelen door een hele alinea te citeren. Verleidelijk wel. Deze zin komt namelijk uit een alinea vol Romantische beelden en eigenaardige zinnen. Maar die alinea beslaat meer dan een hele bladzijde, dat is te lang. Ik zal dus proberen wat te schetsen.

We vinden deze zin in het tweede hoofdstuk van De Kartuize van Parma van Stendhal, vertaald door Theo Kars. Gravin Gina Pietranera keert terug in het familiekasteel in Grianta, een dorpje aan het Comomeer. De gravin – een levendige vrouw van (als ik me niet vergis) begin dertig, die net twee enorm rijke aanbidders heeft afgewimpeld – vergaapt zich aan het landschap, waardoor ze zich haar jeugdjaren herinnert. 

Het landschap

Stendhal schrijft: ‘Tussen deze prachtige heuvels en de grillige hellingen waarmee ze naar het meer lopen, kun je de beelden bewaren die de beschrijvingen van Tasso en Ariosto bij je hebben opgeroepen.’ Je ziet dat Stendhal met liefde over de omgeving heeft geschreven, of althans gedicteerd. Het motto van De Kartuize, eveneens een verwijzing naar Ariosto, bevestigt dat: ‘Geliefde oorden wisten mij tot schrijven / Te inspireren’.

De alinea begint met het geluk dat de gravin haar familieleden geeft met haar komst. De alinea eindigt met het geluk dat de gravin zelf ervaart. (‘Zou dit inhouden dat het geluk als schuilplaats het begin van de ouderdom heeft gekozen? zei zij bij zichzelf.’ Wauw! Ook al zo prachtig!) Mooi rond cirkeltje dus. 

Misschien dat het door het dicteren komt, maar er zitten wel wat schoonheidsfoutjes in de alinea. Zo is er een zin met twee dubbelepunten en een puntkomma: dat is misschien wat veel van het goede. 

En Stendhal noemt het Comomeer eerst een ‘subliem tafereel dat […] wordt geëvenaard, maar niet overtroffen, door de meest vermaarde plek ter wereld, de baai van Napels’, terwijl we later in ‘onze’ zin lezen dat deze verrukkelijke plekken nergens ter wereld worden geëvenaard. Wat is het nu? 

De grimmige soberheid van de met sneeuw bedekte Alpentoppen herinnert ons volgens Stendhal aan de rampspoed in het leven, waardoor we extra van het moment genieten. Volgens een noot bij de Franse editie schreef Stendhal in de marge dat precies dit element aan de baai van Napels ontbrak. Toch ongeëvenaard dus, denk ik.

De gevoelens

Hoe komt het nou dat deze beschrijvingen zo goed werken? Natuurlijk is het Italiaanse landschap op zichzelf al mooier dan, zeg, de somber stemmende Pijnackerse polders waar ik nu met de trein langsraas. 

Maar Stendhal geeft niet alleen een beschrijving van het landschap. Hij zegt er meteen bij wat we erdoor moeten voelen. Neem deze zin: ‘Voorbij deze heuvels met toppen die je alle in verleiding brengen er als kluizenaar te gaan wonen, zie je tot je verbazing de met eeuwige sneeuw bedekte pieken van de Alpen.’ (Mijn cursiveringen.)

Dat maakte het ook typisch Romantische zinnen: de wilde, nog ongerepte natuur die jeugdherinneringen oproept en waarvan het hart sneller gaat kloppen. Het landschap wekt gevoelens op.

Schrijftip dus: beschrijf niet alleen wat er voor je ogen gebeurt, maar ook hoe het je treft. Pas bij herlezing zag ik wat Stendhal precies doet. Van zo’n inzicht word ik nou blij! (Zie, het werkt hè?)

Onze zin

Maar genoeg over de omgeving; nu onze zin. In onze zin zien we, denk ik, de kern van de scène. Het landschap spreekt tot de gravin, die daardoor weer het hart krijgt van haar zestienjarige zelf. 

Althans, dat staat er in het Frans, met het zestienjarige hart aan het eind van de zin. Het beste voor het laatst. Van landschap naar gevoel. Wat dat betreft vind ik de Franse zin mooier dan de Nederlandse.

Maar Kars heeft het toch wel heel erg mooi in het Nederlands vertaald. Hij kiest niet voor bijvoorbeeld ‘De taal van deze lieflijke plekken […] gaf de gravin haar hart van toen ze zestien was terug’, maar voor ‘Het hart dat de gravin op zestienjarige leeftijd had bezeten, begon weer te kloppen door wat deze verrukkelijke […] plekken tegen haar zeiden.’ Veel minder vlak. Prachtig! 

Kars voegt zelf een paar werkwoorden toe. Het landschap zegt iets. Haar hart begint te kloppen – of eigenlijk, begint weer te kloppen. Dat vind ik ook zo mooi: het idee dat ze het al die jaren bij zich droeg zonder dat het klopte en dan ineens werkt het weer. Bovendien klopt haar hart niet zomaar als dat van een zestienjarige, nee, het is het hart dat ze had bezeten. Het is haar hart, zoals we ook in het Frans lezen. Dat past goed bij de jeugdherinneringen die bij de gravin naar boven komen.

Nu ben ik bijna bij Den Haag, waar ik zelf opgroeide. De kantoorpanden op de Binckhorst zijn geen Alpentoppen en bepaald geen subliem tafereel. Niks zestienjarig hart. Maar van dat schrille contrast moet ik wel glimlachen en zo stap ik even later toch de trein uit met een vrolijk gevoel.


De Kartuize van Parma – Stendhal, vertaald door Theo Kars, Athenaeum—Polak & Van Gennep, 2003/2017

Romans et nouvelles II – Stendhal, Gallimard Bibliothèque de la Pléiade, 1968.

• Afbeelding: Capello St. Angelo Lake Como

Lees ook: