Wat droom je na een moord?
‘Ik weet nog dat ik droomde dat we vrienden waren, dat we ruzie hadden gehad, maar dat we ons weer verzoend hadden, en dat er nog wel een kleinigheidje dwarszat, maar dat we vrienden waren.’
Als je een brok in je keel krijgt van een zin, dan weet je dat hij bijzonder is. Het overkomt mij niet vaak, maar bij Tolstoj was het zover. Nota bene in een verhaal met een dubieuze strekking en bij een onsympathiek personage. Extra knap.
De Kreutzersonate van Tolstoj las ik toen L. vroeg of ik meeging naar een uitvoering van Beethovens gelijknamige sonate. Ik had de bundel waar het verhaal in zit al in de kast staan, maar aan de Kreutzer was ik nog niet toegekomen. Dus las ik de avond voor de uitvoering het verhaal in één ruk uit – ook dat overkomt me niet vaak.
Ik ga nu de plot verklappen. Een naamloos ik-personage raakt in de trein aan de praat met een groepje medereizigers over het huwelijk. Er komen allerlei twijfelachtige opvattingen over vrouwen en het huwelijk ter sprake, die ook in Tolstojs tijd discussie uitlokten, maar die laat ik nu voor wat ze zijn. De ik-persoon blijft alleen achter in de coupé met een zekere Pozdnysjev, die hem tot diep in de nacht vertelt hoe hij ertoe kwam om zijn vrouw te vermoorden.
Muziek en de ziel
De oorzaak is, kortgezegd, een rothuwelijk. De aanleiding is de enorme jaloezie die Pozdnysjev voelt wanneer zijn pianospelende vrouw met violist Troechatsjevski Beethovens Kreutzersonate begint te spelen.
Pozdnysjev haat die sonate: ‘“Kent u het?!”, schreeuwde hij. “Oeh! Een vreselijk stuk […] Men zegt dat muziek een verheffende werking heeft op de ziel, onzin, niets van waar! Ze heeft wel een uitwerking, een verschrikkelijke uitwerking, ik spreek voor mezelf, maar zeker geen verheffende uitwerking op de ziel.’
Als Pozdnysjev van huis is, krijgt hij door dat Troechatsjevski bij zijn vrouw is en dan spoedt hij zich razend naar huis om de twee te betrappen op overspel. Thuis treft hij ze inderdaad samen aan, waarop Troechatsjevski vlucht en Pozdnysjev dol van woede zijn vrouw neersteekt. In haar laatste momenten bijt ze Pozdnysjev nog toe dat ze hem haat.
Niet wat je noemt een vrolijk verhaal dus. Al is het idee dat er bij het spelen van Beethovens Kreutzersonate tussen violist en pianist zo veel onderlinge liefde komt kijken dat er meer aan de hand is dan een huwelijk kan verdragen op zich wel weer mooi. Muziek heeft een uitwerking op de ziel.
Precisiemoord
De jaloezie en woede van Pozdnysjev neemt naarmate zijn verhaal vordert steeds maar toe. Als we dan tegen het eind van het verhaal naar de al uitgebreid aangekondigde moord toegaan, vertelt Pozdnysjev heel gedetailleerd hoe het allemaal ging:
‘Als mensen zeggen dat ze in een vlaag van razernij niet meer weten wat ze doen,’ zegt hij stellig, andermaal ontkrachtend wat ‘de mensen’ allemaal niet beweren, ‘dan is dat onzin en niet waar. Ik wist alles nog, en bleef me er elke seconde van bewust.’ En dan even later, gaat zijn wapen, een gekromde damascusdolk (in een eerdere versie is het nog een pistool, maar een dolk is zogezegd nog intiemer) de vrouw in: ‘Ik voelde, dat weet ik nog, de onmiddellijke weerstand van haar korset, en van nog iets anders en daarna verzonk de dolk in het weke vlees.’
Al die opgebouwde woede die eraan voorafgaat en de precisie van de beschrijving maken het een huiveringwekkende scène.
Maar er is meer aan de hand. Tolstoj laat zijn personage niet alleen de moord meermaals aankondigen. Ook het berouw dat hij direct daarna zal gaan voelen kondigt Pozdnysjev al aan. Dat kan doordat Tolstoj Pozdnysjev in de trein laat terugblikken op het gebeuren om zijn eigen verhaal te vertellen.
Dat Pozdnysjev na zijn moord nog in een trein zit, komt weer doordat hij na elf maanden gevangenis – waar hij vaak terugdacht aan het moment van de moord en een ‘morele ommekeer’ meemaakte – alweer vrij is gelaten. Voor zo’n crime passionel was levenslang kennelijk niet nodig.
Over de grens
Meteen na zijn daad, voelt Pozdnysjev al ontreddering en spijt. Pozdnysjev vertelt: ‘[ik herinner me zelfs vaag] dat ik de dolk na het toesteken er meteen weer uittrok omdat ik de daad wilde herstellen, ongedaan wilde maken. Ik stond een ogenblik onbeweeglijk af te wachten wat er zou gebeuren, of het nog goed zou komen.’ Maar het komt natuurlijk niet meer goed.
Hij is dan wel een onsympathieke, slechte echtgenoot geweest, toch vind ik die ontreddering ontroerend. Ook als je niemand hebt vermoord, kun je je voorstellen dat je in woede een grens overgaat die je eigenlijk niet over had moeten gaan – en een moord is dan een extreem geval.
Dan last Tolstoj een fabelachtige passage in. In afwachting van de politie, wordt Pozdnysjev overvallen door vermoeidheid en valt hij in slaap. Zoiets verwacht je niet. Dat zie je nou nooit in actiefilms. Maar misschien is het wel heel realistisch. Misschien raak je na een moord wel zo overprikkeld dat je in slaap valt.
De droom
Pozdnysjev slaapt een uur of twee, waarin hij droomt. Dan komt onze zin:
‘Ik weet nog dat ik droomde dat we vrienden waren, dat we ruzie hadden gehad, maar dat we ons weer verzoend hadden, en dat er nog wel een kleinigheidje dwarszat, maar dat we vrienden waren.’
Het contrast tussen de scherpe, precieze en huiveringwekkende beschrijving van de moord en de kinderlijke, lieve droom over verzoening en vriendschap: dat hakt erin. De heftige, grote daad van de moord wordt zo iets heel intiems en kleins, en daardoor extra pijnlijk.
De vorm van de zin draagt daaraan bij. Er staat bijvoorbeeld niet ‘ik droomde dat we een gelukkig huwelijk hadden’ maar ‘dat we ons verzoend hadden’; niet ‘ik droomde dat je nog leefde’ maar ‘dat er nog wel een kleinigheidje dwarszat’. Het rothuwelijk wordt een ruzie; de moord een kleinigheidje. Veel vager en onbestemder dus, maar ook tederder en puurder, zoals dat in dromen vaak gaat.
En dan die ietwat klungelige herhaling van ‘dat we vrienden waren’. F., die Russisch kan, verzekert me dat die herhaling er ook zo staat in het origineel. Verleidelijk om daar een beetje variatie in te brengen. Een Engelse vertaler maakt er bijvoorbeeld van: ‘I dreamed that she and I were on friendly terms again […] but we were friends once more.’ Maar die letterlijke herhaling maakt het realistisch.
Drama
Het warrige en ongepolijste vertellen van Pozdnysjev past goed bij zijn zwarte, dramatische verhaal. Onze zin is een wat ingetogener zin in het relaas van Pozdnysjev, die zich meermaals met grote, dramatische woorden beklaagt. Misschien werkt hij daarom zo goed.
Tolstoj gebruikt in het slot de techniek die we bij Stendhal ook al zagen: na een beschrijving van een uiterlijke stand van zaken volgt een beschrijving van welke innerlijke stand van zaken daaruit volgt. Ook als het gaat om een verdrietig inzicht, werkt die techniek heel goed: ‘Ik keek naar de kinderen, naar haar kapotte gezicht met de bloeduitstortingen, en voor het eerst vergat ik mijzelf, mijn rechten, mijn trots, voor het eerst zag ik de mens in haar.’
• De Kreutzersonate – Lev Tolstoj, in Verzamelde Werken deel II, vert. Yolanda Bloemen en Marja Wiebes, Van Oorschot, 2015.
• The Kreutzer Sonata and Other Stories – Leo Tolstoy, vert. David McDuff, Penguin, 1985/2004.
• Zinnenjacht Stendhal: Het hart van de gravin.
•Beethovens Kreutzersonate https://youtu.be/4S1YpypeMvk
• Afbeelding: Kreutzer Sonata van K.F. Saxen via Wikimedia