Details voor de dood
Orwell, Tolstoj, Solnit
‘En eenmaal, ondanks de mannen die hem bij de schouders vasthadden, stapte hij iets opzij om een plas te ontwijken die op het pad lag.’
‘And once, in spite of the men who gripped him by each shoulder, he stepped slightly aside to avoid a puddle on the path.’
– George Orwell, vert. Arie Storm
Onlangs was ik bij een lezing van schrijver en Orwell-vertaler Arie Storm. Storm vertaalde Down and Out in Paris and London en enkele essays van Orwell. Bij dat vertalen ontdekte hij dat Orwell eigenlijk een betere schrijver was dan hij altijd dacht. Dat zat ’m vooral in Orwells oog voor details.
Onze zin is daar een voorbeeld van. Hij komt uit ‘A Hanging’, ‘Een terechtstelling’, waarin Orwell in een paar bladzijdes de gang naar de galg van een terdoodveroordeelde in Birma minutieus beschrijft. De veroordeelde loopt moeizaam en met gebonden handen de bijna veertig meter naar de executieplaats:
Bij elke stap gleden de spieren keurig op hun plaats, danste de haarlok op zijn schedel op en neer, drukten zijn voeten zich tegen het natte grint. En eenmaal, ondanks de mannen die hem bij de schouders vasthadden, stapte hij iets opzij om een plas te ontwijken die op het pad lag.
Eigenaardig om die zin met ‘en’ te beginnen. Hij zou prima passen in de vorige zin. Maar die zin zit al boordevol details – die terugglijdende spieren, de dansende haarlok, het natte grint. Kennelijk moet het detail van de plas die ontweken wordt toch losstaan van die andere details en verdient het een aparte zin.
Het is ook opvallend dat Orwell niet schrijft: ‘En ondanks de mannen die hem bij de schouders vasthadden, stapte hij eenmaal…’ Hij begint met dat rare ‘En eenmaal’, dan de bijzin, en dan de rest van de zin. Misschien zoek ik er nu te veel achter, maar de zin loopt daardoor niet heel soepel – haast als een moeizaam lopende veroordeelde die aan zijn schouders wordt meegevoerd, niet? De opvallende alliteratie van de s’en in ‘stepped slightly aside’ en p’s in ‘puddle on the path’ doen me vermoeden dat Orwell erg zijn best heeft gedaan op dit zinnetje.
Bloed en blinddoek
Literatuurcriticus James Wood schreef over deze zin in Hoe fictie werkt – niet toevallig ook door Storm vertaald en aangehaald in zijn lezing. Wood vergelijkt deze scène van Orwell met een eveneens beroemde executiescène in Oorlog en vrede van Tolstoj. In het elfde hoofdstuk van het vierde boek wordt ook iemand onder zijn oksels gegrepen en naar een executieplaats gesleept:
Toen hij werd geblinddoekt, trok hijzelf de knoop die te strak zat op zijn achterhoofd goed; toen hij even later tegen de met bloed besmeurde paal werd gezet, leunde hij naar achteren en omdat deze houding ongemakkelijk voor hem was ging hij weer rechtop staan, zette zijn beide benen stevig op de grond en leunde rustig naar achter.
Heel andere stijl, maar ook gedetailleerd beschreven. Bij Tolstoj geen galg maar een vuurpeloton, vandaar de ‘met bloed besmeurde paal’. Maar de details waar het Wood om gaat, zijn bij Orwell het uitwijken voor de plas en bij Tolstoj het losser doen van de blinddoek. Waarom zou je dat nou nog doen, zo vlak voor je dood? Wat maakt zoiets onbenulligs op zo’n moment nog uit?
Ik denk dat Wood vervolgens nog iets mist in zijn interpretatie. Hij schrijft dat het hier in beide gevallen gaat om ‘irrelevante, overbodige details’. Orwell en Tolstoj gebruiken deze details volgens hem als literair middel om de scènes realistisch te laten overkomen. De werkelijkheid is vol van zulke irrelevante details, zegt Wood, en door zulke details in te zetten in literatuur lijkt het verhaal echter én wordt de lezer ook opmerkzamer voor zulke details in de echte wereld.
Een mens vernietigen
Dat is op zich een mooi inzicht. Het zegt inderdaad iets over hoe fictie werkt en gaat op voor veel details – het natte grind en de bebloede paal van zonet bijvoorbeeld. Wood schrijft dat het kunnen opmerken van zulke details goede schrijvers onderscheidt van beginnende of slechte schrijvers.
Maar als we bij Orwell even verder lezen, blijkt meteen dat die details van hem er niet alleen zijn voor het realistische beeld. En ze zijn zeker niet irrelevant. Wat Orwell ook enorm goed kan, is zulke details verwerken tot meer algemene en abstracte uitspraken. Direct op onze zin volgt dit:
Het is vreemd, maar tot op dat moment had ik er nooit bij stilgestaan wat het betekent om een mens te vernietigen die gezond is en bij volle bewustzijn. Toen ik de gevangene opzij zag stappen om de plas te ontwijken zag ik het geheim, het onzegbaar verkeerde van het afsnijden van een leven in volle bloei. Deze man was niet stervende, hij was net zo levend als wij.
Niks overbodig detail dus! Voor Orwell is het een concreet opstapje naar de kern van zijn tekst: overbrengen wat het betekent een gezond mens te vernietigen en hoe onzegbaar verkeerd het is dat te doen.
Je verwacht van zo’n terdoodveroordeelde tijdens zijn galgengang misschien lethargische aanvaarding of juist hevig protest. Maar nee, deze man is een doodgewoon levend mens. Hij stapt dus gewoon nog even opzij om een plas te ontwijken. Je kunt zelfs zeggen dat de details van het opzijstappen of het verstellen van de blinddoek daarvoor symbolen zijn – zo’n beetje het tegendeel dus van details omwille van het realisme.
De mens, een bloem
Storm vertaalt dat trouwens erg mooi. In het Engels staat er ‘cutting a life short when it is in full tide’. Maar in plaats van iets met ‘hoogtijdagen’ kiest Storm voor ‘het afsnijden van een leven in volle bloei’. Het mensenleven als een bloem.
Als het over bloemen en Orwell gaat, kan ik sinds Orwell’s Roses, waarover ik eerder al schreef, niet anders dan even aan Rebecca Solnit denken. Ook nu loont het om even in haar boek te spieken.
Tegen het eind van zijn leven besteedde Orwell in slechte gezondheid veel tijd en aandacht aan tuinieren, benadrukt Solnit. Dat komt velen toch wat triviaal, irrelevant, onbelangrijk, zinloos en verstrooid over. Hij moest zich richten op het afmaken van Nineteen Eighty-Four.
Boeddhistische aardbeien
Dat Orwell niettemin volop bezig was in de tuin doet Solnit denken aan een boeddhistische parabel
…waarin iemand achternagezeten wordt door een tijger, in volle vlucht over de rand van een afgrond tuimelt en een kleine plant vastgrijpt om te voorkomen dat ze naar beneden valt en sterft. Het blijkt een aardbeienplant die langzaam maar zeker uit de grond omhoog komt en op het punt staat los te schieten. Wat moet je, zo is de vraag in de parabel, op zo’n moment doen, en het antwoord is die aardbei proeven en ervan genieten. Dit verhaal wijst erop dat we altijd sterfelijk zijn en wel eens eerder zouden kunnen overlijden dan we denken: vaak zijn er tijgers, soms zijn er aardbeien.
(eigen vertaling)
Bij die aardbei kun je je ook afvragen: wat heeft het voor zin die te eten als je toch binnen enkele ogenblikken sterft? Maar schrap je die aardbei, dan heeft het verhaal geen moraal meer. Zo zit het bij Orwell ook.
Toegegeven, de plas van Orwell en de blinddoek van Tolstoj zijn realistischer dan de aardbei uit de parabel. Maar het zijn alledrie details van dingen die vlak voor de dood misschien zinloos zijn, maar juist door hun trivialiteit ook van groot belang. De kleine nutteloze handeling blijkt een detail met grote betekenis.
• Lezing Arie Storm over Down and Out in Paris and London bij Studium Generale Leiden
• ‘A Hanging’ – George Orwell, integraal te lezen via de Orwell Foundation
• ‘Een terechtstelling’ – George Orwell, vertaald door Arie Storm, in Waarom ik schrijf, Arbeiderspers 2020
• Oorlog en vrede – Lev Tolstoj, vertaald door Y. Bloemen en M. Wiebes, Van Oorschot, 2006.
• Hoe fictie werkt – James Wood, vertaald door Arie Storm, Querido, 2012.