Toegenjev

Virginia Woolf over Ivan Toergenjev

Virginia Woolf was een groot bewonderaar van Toergenjevs schrijfkunst. Hij was volgens haar dan een ‘reus met kleine duimen’, maar ook een groot kunstenaar.

Een reus met heel kleine duimen:
Virginia Woolf over Ivan Toergenjev

Deze tekst van Virginia Woolf verscheen oorspronkelijk in april 1927 als bespreking van de biografie ‘Turgenev: The Man, His Art and His Age’ geschreven door Avrachm Jarmolinski. Ik vertaalde hem begin 2024 voor het Nexus Instituut.

Avrachm Jarmolinski heeft in zijn omvangrijke boek een enorme hoeveelheid informatie over Ivan Toergenjev verzameld, maar de waarde daarvan daalt aanzienlijk doordat Jarmolinski’s beweringen zijn gebaseerd op boeken die voor westerse lezers ontoegankelijk zijn en doordat hij geen verwijzingen geeft. Als Jarmolinski geen gedesillusioneerde biograaf is, dan toch op zijn minst een uiterst kritische. Hij ziet de tekortkomingen van de man over wie hij schrijft heel duidelijk. Maar we moeten hem dankbaar zijn voor het feit dat hij Toergenjev weer op de kaart zet en dat hij een overdaad aan materiaal levert waarop we ons eigen oordeel kunnen baseren.

Van alle grote Russische schrijvers is in Engeland waarschijnlijk het minst recht gedaan aan Toergenjev. De oorzaak laat zich raden. Men zei: dit is een nieuw land, dus moet de literatuur ervan, wil die echte literatuur zijn, volledig verschillen van alle andere literatuur. In het werk van Tsjechov en Dostojevski zochten en prezen ze eigenschappen die ze typisch Russisch en dus buitengewoon goed vonden.

Vol vreugde verwelkomden ze het gebrek aan emotie, de introspectie, een vormloosheid die ze bij Franse of Engelse schrijvers vreselijk zouden hebben gevonden. Er werd eindeloos veel thee gedronken en onophoudelijk gediscussieerd over de ziel in een vertrek zonder duidelijk beschreven voorwerpen: dat was het beeld dat we hadden.

Maar Toergenjev was heel anders. Ten eerste was hij een kosmopoliet, die jaagde in Engeland en die, dubbelzinnig genoeg, woonde in Frankrijk. Hij was niet door familieomstandigheden gebonden aan zijn geboorteland. Zijn moeder was een uitzonderlijke vrouw. In hartje Rusland probeerde ze de voorrevolutionaire gebruiken en de pracht en praal van de Franse aristocratie na te bootsen. Ze was op het maniakale af heerszuchtig. Iedere onderdaan die niet voor haar boog werd door haar verbannen. Ze liet warme pap brengen door een hele stoet aan ruiters, vanuit een afgelegen dorp waar die precies zo werd gemaakt als zij hem lustte. Of die verhalen nu waar zijn of niet, het staat vast dat ze haar zoons uit huis verdreef. Vooral de romanschrijver, met zijn democratische opvattingen, had een hekel aan het gedrag van zijn moeder en aangezien hij een man met heel kleine duimen was, zoals hij zelf zei*, zag hij weggaan als de gemakkelijkste optie.

Toergenjev werd vervolgens ontvangen door Pauline Viardot. Hij kreeg een plekje toegewezen op een van de vergulde klauwen aan de berenhuid waarop haar bewonderaars zaten en sprak met haar tussen de bedrijven door. Hij zou er nooit meer weggaan. Tegen het einde van zijn leven gaf hij met melancholisch gevoel voor humor aan jongeren het advies om toch vooral een eigen plek te vinden en niet te gaan zitten ‘op de rand van andermans nest’. Het verhaal wil dat madam Viardot hem daarna nooit meer heeft uitgenodigd. Daar zat hij dan, ‘een grote man met een slap mondje en een bolle kop, waardoor hij wel van boter leek’, tot hij in haar aanwezigheid overleed. Maar gezien zijn melancholie en eenzaamheid was deze verhouding, een mengeling van vrijheid en intimiteit, waarschijnlijk de relatievorm die het best bij hem paste. Huishoudelijke beslommeringen zouden hem hebben dwarsgezeten. Hij was altijd te laat voor het eten; hij was uitzonderlijk vrijgevig, maar erg rommelig; en hij had natuurlijk een grote passie voor kunst.

Door die passie past hij niet in het Engelse beeld van wat de Rus zou moeten zijn. Want de romans van Toergenjev zouden weleens de rijpe vruchten aan een zeer oude boom kunnen zijn. Zoveel beheersing en zo’n verfijning moeten wel het resultaat zijn van eeuwenlange inspanningen. Zijn boeken zijn allemaal zo klein van stuk dat je ze gemakkelijk in je zak kunt stoppen. Toch wekken ze de indruk dat er een enorme wereld in is vervat, met genoeg ruimte voor volledige mannen en vrouwen, inclusief de lucht boven hen en velden om hen heen. Toergenjev is de efficiëntste schrijver van allemaal.

Een van zijn besparingen springt meteen in het oog: hij ruimt geen plek in voor zijn eigen karakter. Hij levert geen commentaar op zijn personages. Hij zet ze voor de lezer neer en laat ze aan hun lot over. Zo is ons contact met Bazarov bijvoorbeeld opmerkelijk direct. Geen enkele uitspraak wordt onderstreept en er wordt ons geen enkele conclusie opgedrongen. De verbeelding van de lezer wordt daarentegen voortdurend aan het werk gezet, waardoor elke scène en alle personages opmerkelijk levendig zijn. Bovendien kunnen we daardoor nooit zeggen: hier maakt hij dit punt en daar maakt hij dat punt. Herlees maar eens een willekeurige pagina en dan zul je zien dat de betekenis, de kracht vervlogen lijkt. Want deze uiterst suggestieve kunst dankt haar uitwerking aan duizenden kleine details bij elkaar opgeteld, en die kunnen we niet herleiden tot één duidelijke passage of isoleren in één grote scène.

Daarom is Toergenjev in staat om – met een mildheid en volledigheid waar Britse schrijvers nog een puntje aan kunnen zuigen – brandende kwesties te behandelen, zoals de verhouding tussen vaders en zonen, oftewel de nieuwe en de oude orde. Hij doet dat zo breed en onpartijdig dat we ons niet gedwongen voelen een kant te kiezen en dus geen wrok koesteren tegen een schrijver die we moeten bevrijden zodra de kans zich voordoet.

Vaders en zonen blijft na al die jaren nog altijd onze gemoederen beheersen. Het is helder en heeft enorme diepgang; het is kort maar omvat een hele wereld. Want hoewel Toergenjev volgens deze biograaf allerlei zwaktes had en bezeten was door een gevoel van algehele zinloosheid, had hij merkwaardig strikte opvattingen op het gebied van literatuur. Wees je eigen ervaringen trouw, zo adviseerde hij. Verdiep je ervaringen door te onderzoeken. Voel je vrij om aan alles te twijfelen. En trap vooral niet in de val van dogmatisme. Terwijl Toergenjev op de rand van andermans nest zat, bracht hij deze lastige adviezen zelf perfect in de praktijk. Hij mocht dan rommelig van gewoonte en een reus met heel kleine duimen zijn, niettemin was Toergenjev een groot kunstenaar.

* Noot van de vertaler: Anne Thackeray, de stieftante van Woolf, nodigde Toergenjev ooit uit op de thee. Hij kwam niet opdagen en verontschuldigde zich als volgt: ‘Het spijt me dat ik niet kon komen. Het spijt me vreselijk. Ik werd verhinderd. Kijk eens naar mijn duimen!… Ja, mijn duimen! Kijk toch eens hoe klein ze zijn. Wie zulke kleine duimen heeft, kan nooit doen wat hij wil, die zal zich altijd door iets laten verhinderen.’